-
1 een slecht geheugen hebben
een slecht geheugen hebben -
2 geheugen
♦voorbeelden:een fotografisch geheugen • une mémoire visuelleeen goed geheugen hebben • avoir de la mémoireintern geheugen • mémoire interneeen slecht geheugen hebben • avoir mauvaise mémoireeen stalen geheugen • une mémoire d'éléphantzijn geheugen begint te verzwakken • il commence à perdre la mémoirezijn geheugen opfrissen • rafraîchir sa mémoirezijn geheugen pijnigen • fouiller dans sa mémoirein het geheugen liggen • être présent à la mémoirezich iets in het geheugen prenten • graver qc. dans sa mémoiredat ligt nog vers in mijn geheugen • c'est tout frais dans ma mémoiredat is uit mijn geheugen verdwenen • cela m'est sorti de la mémoireiemand uit zijn geheugen bannen • bannir le souvenir de qn.iets uit zijn geheugen opdiepen • faire un effort de mémoireiets voor het geheugen roepen • se rappeler qc.een geheugen als een zeef • une mémoire comme une passoiremijn geheugen laat mij in de steek • j'ai la mémoire qui flanchekort van geheugen zijn • avoir la mémoire courte -
3 Gedächtnis
Gedächtnis〈o.; Gedächtnisses, Gedächtnisse〉2 nagedachtenis ⇒ herdenking, herinnering♦voorbeelden:soll ich deinem Gedächtnis mal nachhelfen? • moet ik je geheugen een beetje opfrissen?aus dem Gedächtnis • van buiten, uit het hoofdjemanden aus dem Gedächtnis verlieren • iemand vergetenetwas im Gedächtnis behalten, bewahren • iets onthoudenein Gedächtnis wie ein Sieb • een geheugen als een garnaal -
4 short memory
-
5 short
adj. kort; laag; zonder, niet genoeg; -loos; klein; geconcentreerd; minder--------adv. opeens; weldra; in het kort; op de rand van; spoedig--------n. kort; te kort; kortaangebonden, kortaf; driftig; klein; bros; puur, niet met water aangemengd; beknopt (leerboeken); krap, karig, te weinig; plotseling; eenvoudiger manier; filmpje (slang)--------v. verkorten, kortsluitng (elekriciteit)short1[ sjo:t]♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉————————short2〈bijvoeglijk naamwoord; shortness〉1 kort ⇒ klein, beknopt3 te kort ⇒ onvoldoende, karig, krap♦voorbeelden:short haul • transport over korte afstandshort story • kort verhaalshort view • kortzichtigheidtake the short view of something • iets op korte termijn ziennothing short of • niets minder dan, in één woordsomething short of • weinig minder dan, bijnalittle short of • weinig minder dan, bijnashort for • een afkorting vanin short • in het kort(at) short notice • (op) korte termijnin the short run/term • op korte termijnshort time • korte(re) werktijdshort change • te weinig wisselgeldshort measure • krappe maat, mancoshort memory • slecht geheugenshort of money • krap bij kasbe on short rations • (te) krap gerantsoeneerd zijnin short supply • schaars, beperkt leverbaarshort weight • ondergewichtshort by ten • tien te kort/te weinig/verwijderd vantwo short of fifty • op twee na vijftig(be) short of/on • te kort (hebben) aanshort temper • drift(igheid)short waist • verhoogde taille————————short3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 four inches short • vier inches te kort/te weinigcome/fall short • tekortschietengo short (of) • gebrek hebben (aan)run short • bijna op zijnrun short of (something) • bijna zonder (iets) zitten2 bring/pull up short • plotseling stoppen/tegenhoudenstop short • plotseling ophoudennothing short of • slechts, alleen maar; niets minder danshort of • behalve, zonder→ long long/ -
6 ein kurzes Gedächtnis
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский